- Studeert af in Kantoor-Administratie
- Zegt in 2010 haar vaste job op om een crèche te beginnen
- Vangt in De Ster 128 kinderen op
- Stuurt een 17-koppig team aan
- Meer info op de Facebookpagina: De Ster kinderdagverblijf
‘Onlangs was ik op citytrip naar Venetië, een cadeau van mijn zussen. In de crèche konden ze het niet geloven dat ik daardoor drie dagen afwezig was. Normaal ben ik er altijd. Ik weet dat je afstand moet kunnen nemen, maar ik ben nu eenmaal verslaafd aan mijn job. Hier kan ik helemaal mezelf zijn.
Pas op, vroeger smolt ik niet instant als ik een baby zag, maar de liefde kwam hier snel. Soms zet ik me op onze schommel en neem één of twee kindjes vast. Dat is zo zen.’
Naziha aan het woord:
Ik ben een echt familiemens, drie van mijn zussen werken bij mij in De Ster. Onze vader is gestorven toen ik acht was en dat werd natuurlijk een blijvend gemis. Tegelijk maakt zo’n ervaring je rijker in je denken, dankbaarder misschien voor kleine dingen. Mijn zussen, mijn broers en ik laten het negatieve alleszins nooit de bovenhand krijgen, dat hebben we thuis geleerd.
‘Misschien is het daarom dat we bij ons thuis allemaal barsten van zelfvertrouwen. Tijdens sollicitaties ging ik er altijd voor, ook al kon ik geen bachelordiploma voorleggen. Ik kon mezelf verkopen en kreeg daardoor vaak kansen. Natuurlijk wilde ik me dan bewijzen en ik deed dat ook, maar elke keer voelde ik me beperkt door mijn bazen en zelfs collega’s. ‘Tot hier en niet verder’, zeiden ze. Dan werd het voor mij een sleur. Ik was een idealist en vond nooit de voldoening die ik zocht.
‘Mijn moeder was nog geen 34 toen ze er alleen voor kwam te staan met elf kinderen. Ze sprak geen Nederlands of Frans, alleen Berbers. Toch zei ze tegen ons: wij kunnen alles aan.’
Veel gezichten
Met een kok, een mannelijke verzorger, mijn secretaresse die een fysieke beperking heeft en personeel met roots over heel de wereld kan je team niet diverser zijn. Soms krijg ik de vraag waarom ik niet alleen Marokkaanse meisjes aanneem, die maken weinig kans op de arbeidsmarkt, maar dan zouden onze kinderen nooit zo veel verschillende gezichten zien. Bij sollicitaties is het belangrijkste criterium voor mij enthousiasme. Dat moet ervan afspatten.
'Wat weet jij nu van crèches?’ Dat zei mijn laatste baas toen ik mijn ontslag indiende. Ik stond elke dag om vijf uur op om naar zijn kantoor in Vilvoorde te komen en ik was pas om zeven uur thuis. Toen ik mijn derde kind had gekregen, vroeg ik of ik vier vijfde mocht werken, maar dat wilde mijn baas niet. Dan begin ik liever voor mezelf, dacht ik.
Geweigerd
Op onze eerste opendeurdagen keken ouders geregeld vreemd op als ze mijn zus Farida met haar hoofddoek zagen. Je voelde hun vooroordelen en niet veel later hoorden we dat ze ons geweigerd hadden. Dat was pijnlijk, maar we bleven onszelf. Dat bleek de beste strategie. Onze eerste ouders maakten mondeling reclame en na zes maanden kon ik al uitbreiden naar 50 kinderen. Sindsdien zijn we blijven groeien.
In het anderhalf jaar dat volgde googelde ik alle crèches in de omgeving. Ik wilde zien hoe hun aanpak verschilde van wat ik voor ogen had. De stad Antwerpen hielp mij om te zien waar ik het best kon beginnen. Ik koos speciaal voor deze locatie in Berchem, ook al ben ik geboren en getogen in Borgerhout. Ik wilde daar geen crèche openen omdat ik meer dan één bepaalde groep mensen wilde aantrekken. Daarom was ik zo blij met ons eerste Belgische kindje. Tot dan had ik samen met mijn zus – zij was mijn eerste werkneemster – met plezier vijf Afrikaantjes opgevangen, maar ik wilde dat ons publiek diverser werd. De mama van het Belgische meisje was een BV die tegen iedereen zei hoe fantastisch veel warmte wij straalden. Dat was natuurlijk dankbare reclame.
Startkapitaal?
Ik was financieel helemaal niet sterk, maar ik wou niet lenen bij de bank. Dat zou te zware gevolgen gehad hebben mocht mijn plan niet werken. Mijn moeder twijfelde niet en gaf me 13.000 euro. Dan moest ik nog zuinig zijn en veel tweedehandse spullen kopen. Zelfs met mijn eigen spaargeld had ik het gedaan. In het ergste geval mislukte het en moest ik een huis gaan huren. Daar was mijn gezin waarschijnlijk even gelukkig geweest.
Goede baas?
Dat vind ik het moeilijkst aan werkgever zijn: zorgen dat iedereen tevreden is en je zaak toch blijft draaien. Farida is mijn rechterhand dus als ik iets te streng ben, neemt zij het even over op het vlak van personeelsbegeleiding. Het voordeel is dat ik me kan inleven in mijn werknemers omdat ik er jaren zelf één ben geweest. Jonge mensen die willen ondernemen kunnen dus best eerst in loondienst gaan werken, en liefst voor verschillende bedrijven. Ze zullen later eens zo goede bazen zijn.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------